‘De mooiste kerk’ geschreven bij het verhaal over de tempelreiniging door Jezus (Johannes 2,13-22; Matteüs, 21,12-13; Lucas 19,45-48). Ook nu gaat het weer om wat centraal staat in de kerk: geld of …?
‘Ik ga slapen, ik ben moe. ‘k Sluit mijn beide oogjes toe. Here, houd ook deze nacht over Susanna getrouw de wacht. Amen.’ Dat liedje zongen Susanna en haar moeder altijd voor het slapen gaan. Susanna hield ervan. Later toen ze groot was, zong ze het nog vaak in bed. Dan voelde ze zich veilig. De dekens waren warm, het kussen zacht en de Heer houdt de wacht.
Op een ochtend werd Susanna wakker en bedacht: ‘Ik heb geld nodig.’ Nu denken veel mensen dat ’s ochtends. Sommigen denken dat ook ’s middags en zelfs ’s avonds. Dat was ook bij Susanna zo. Waarvoor ze geld nodig had? Susanna vond dat haar dorp er wel een kerk bij kon gebruiken. Dan konden nog meer mensen horen over de Heer die de wacht houdt. Ze vond dat zo mooi, dat ze geld ging ophalen voor een nieuwe kerk. De meeste mensen vonden dat een goed plan. Die hadden als kind het zelfde liedje gezongen als Susanna. De mensen gaven veel geld. Na een jaar of twee had Susanna genoeg geld voor de bouw van een kerk, een echte, met een toren en een haan. Ze hield immers ook van dieren.
Op de dag dat ze naar de timmerman en de metselaar zou gaan met de opdracht voor de bouw van de kerk, las ze iets verschrikkelijks in de krant. De nacht ervoor had een grote storm heel veel kapot gemaakt. Dat was ook in de dierentuin zo. Alle hokken van de dieren waren de lucht in gevlogen. De stoere leeuwen stonden zielig te bibberen. De snavels van de praatgrage papegaaien waren verstijfd van kou en ze zeiden niets meer. De wolven huilden en alle andere dieren huilden rillend mee, behalve de ijsberen en de pinguïns natuurlijk. Susanna keek naar de zak met geld. Eigenlijk was dat geld voor de nieuwe kerk … Ze dacht aan haar liedje: ‘Here, houd ook deze nacht, over Susanna getrouw de wacht.’ Maar wie zou er nu de wacht over de dieren houden? Ze ging naar de metselaar en de timmerman, nam hen mee naar de dierentuin en zei: ‘Van dat geld moeten jullie maar nieuwe hokken voor de dieren maken.’
Nadat de hokken klaar waren, begon Susanna opnieuw geld in te zamelen voor een kerk. De mensen gaven weer veel geld. Na twee jaar had Susanna genoeg geld voor haar plan.
Op de dag dat ze naar de timmerman en de metselaar zou gaan, las ze iets verschrikkelijks in de krant. In een land vlakbij had een storm de huizen van honderden mensen verwoest. Mannen, vrouwen en kinderen werden ziek van de regen en de kou. Susanna keek naar de zak met geld. Eigenlijk was dat voor de kerk … Ze dacht aan het liedje: ‘Here, houd ook deze nacht, over Susanna getrouw de wacht.’ Maar wie zou er nu de wacht over die mensen houden? Ze ging naar de tentenmaker en zei: ‘Van dat geld moet u maar tenten voor die arme mensen maken. Daarin kunnen ze wonen terwijl ze hun huizen herbouwen.’
Nadat de mensen weer een dak boven hun hoofd hadden gekregen, begon Susanna voor de derde keer geld in te zamelen. Ook nu gaven veel mensen geld. Na een tijdje had Susanne genoeg. Nu stond er gelukkig niets verschrikkelijks in de krant. De metselaar en de timmerman bouwden de nieuwe kerk, met een toren, een haan en een keukentje voor de koster. Het was een prachtige kerk, die door iedereen bewonderd werd.
Susanna was heel tevreden. Elke avond zingt ze nog dat liedje. ‘Ik ga slapen ik ben moe …’ Maar eerst poetst ze haar tanden en kijkt ze in de spiegel. Dan kijkt ze zichzelf aan en denkt: ‘We hebben een mooie kerk gebouwd, een hele mooie. Maar eigenlijk waren die hokken voor de dakloze dieren en die tenten voor de dakloze mensen nóg mooier…’