Er was eens een sikkeneurige koning. Hij was zelfs bijzonder sikkeneurig. Nu vraag je je misschien af wat ‘sikkeneurig’ is. Dat kan ik je snel uitleggen: dat is nukkig, narrig, pietluttig. En als je nog niet begrijpt wat dat betekent, laat ik je dan vertellen dat die sikkeneurige koning ‘koning Zeurtjes’ heette. Nou, dan weet je het wel. En als je het nog niet weet, laat ik je dan vertellen dat die koning Zeurtjes alle feesten in zijn land verbood. Hij hield niet van feesten, alleen maar van sombere en saaie dingen.
Nu vond niet iedereen het erg dat er geen feesten meer waren. De moeders en vaders waren blij dat ze niet meer hoefden na te denken over wat ze moesten eten met Kerst. En de dominee was blij dat hij niet meer hoefde uit te leggen wat Pinksteren is, want dat begreep hij zelf ook niet zo goed.
Maar de kinderen waren verdrietig: geen verjaardagsfeestjes meer. Die waren ten strengste verboden. Net als feestmutsen, cadeautjes en taartjes, die wilde koning Zeurtjes nergens meer zien in zijn land. En weet je wie er ook verdrietig waren? Dat waren de verliefde jongens en meisjes: geen dansfeestjes meer. Die had koning Zeurtjes ook verboden. Wie danste kreeg een bekeuring van wel vijf euro. En een kusje kostte je tien euro.
Nu kwam er op een dag een oud mannetje de stad binnenlopen. Zijn huisje stond ergens heel ver weg en hij wist nog niet van het bevel van koning Zeurtjes. Dat kon je wel zien, want hij maakte grappige danspasjes, hij vroeg bij de banketbakker om taartjes, hij feliciteerde een jarig meisje met haar verjaardag en hij wilde versiering voor de kerstboom kopen. Je begrijpt dat dat oude mannetje niet lang vrij rondliep. Een strenge politieagent nam hem gevangen en bracht hem naar de koning.
Koning Zeurtjes keek heel boos naar het mannetje. Het leek wel of er een donkere wolk boven zijn hoofd hing. Dat was trouwens elke dag zo. Het mannetje vroeg: ‘Koning, vindt u het goed als ik even blaas?’ De koning keek hem verbaasd aan: ‘Je wilt toch zeker niet deze donkere wolk boven mij wegblazen? Daar ben ik erg aan gehecht!’ Het mannetje zei dat hij alleen maar wilde blazen, omdat hij daar plezier in had. Nu had ik geloof ik nog niet verteld dat dat oude mannetje een engel was. Als een engel begint te blazen dan gaat er een bijzondere wind waaien, een heilige wind – Heilige Geest heet dat. Dan kunnen er zomaar wonderen gebeuren. Toen de engel blies begon iedereen in het paleis te lachen. Zelfs koning Zeurtjes. Koning Zeurtjes voelde zich voor het eerst van zijn leven niet sikkeneurig meer.
Hij gaf het bevel gaf dat alle feesten weer mochten: het Kerstfeest, Paasfeest, Pinksteren, verjaardagsfeestjes, dansfeestjes en zelfs pyjama- en pizzabakfeestjes. Het land van koning Zeurtjes werd een feestelijk land.
Toen iedereen aan het feesten was, vroeg ik aan het oude mannetjes wat hij voor bijzonders had uitgeblazen. ‘Niks bijzonders,’ zei hij. ‘Gewoon een beetje vrolijkheid en vriendelijkheid. Dat doet wonderen.
Ach, hoe simpel kan het zijn.