Ga naar de inhoud
Home » Het mooiste land

Het mooiste land

Jesse had de mooiste ogen van de hele wereld. Zijn ogen waren niet mooi omdat ze blauw, bruin of groen waren, maar omdat ze prachtige dingen zagen die niemand anders kon zien. Vaak zat Jesse in zijn eentje voor zich uit te kijken. Zijn vriend Peter vroeg hem wat hij zag. ‘Het mooiste land dat je je maar voor kunt stellen, het toekomstland,’ antwoordde hij dan. ‘Doe je ogen maar dicht, dan kun je het ook zien.’ Peter zag niks. Hij kon namelijk niet verder kijken dan zijn neus lang was. Dat was jammer. Dat kun je zo hebben. Maar hij was wel nieuwsgierig: ‘Ik wil naar dat toekomstland toe. Kun je er me niet brengen?’ ‘Kom maar mee,’ zei Jesse.

Ze gingen op weg. ‘In dat toekomstland van jou, word ik daar rijk?’ wilde Peter weten. ‘Heel rijk,’ antwoordde Jesse. ‘Mooi, zei Peter, dan kan ik eindelijk alles kopen wat ik wil hebben. Mooie kleren, een zeilboot, een gouden trompetje, een witte olifant …’ Jesse schudde het hoofd: ‘Je weet niet wat rijk is. In het land waar we heengaan zal je weten wat echt rijk zijn betekent. Dat heeft niet zo veel met al die spullen die je noemde te maken.’

‘Aha,’ zei Peter, ‘Er is daar natuurlijk veel meer dan al die spullen. Goud! Er is natuurlijk goud in dat mooie land waar we heengaan.’ Jesse knikte: ‘De straatstenen zijn er zelfs van goud.’

‘Prachtig!’ zei Peter. ‘Als je het goed vindt, word ik daar heel belangrijk. Minister bijvoorbeeld, of president. Prins is ook goed. ‘Geen probleem,’ antwoordde Jesse. In het toekomstland is iedereen prins of prinses, een koningskind, want dat is een kind van God, een koningskind.’

Ineens bleef Peter staan. Hij wilde niet verder. Heeft dat toekomstland met God te maken? Jesse zei: ‘Kijk, de enige die zo’n land kan maken, is God. Kijk om je heen, kijk eens naar alles wat God gemaakt heeft. Als God dit land gemaakt heeft, kan Hij ook een toekomstland maken. Kijk maar…’

Maar Peter keek niet. Nou ja een beetje dan. Maar niet verder dan zijn neus lang was. Want hij kon immers niet verder kijken dan zijn neus lang was. Peter bleef dus staan op de weg naar het toekomstland. Ik heb gehoord dat hij er nog altijd staat, al een jaartje of tweeduizend. Wat denk je, zou hij ooit kunnen geloven dat hij op weg is naar het mooiste land?