
Juffrouw Snip

‘Ik was dol op het paard van de schillenboer. Maar je ziet nooit meer een paard en wagen,’ zei juffrouw Snip. Maar ze klaagde niet. Juffrouw Snip vond het een vooruitgang dat het water tegenwoordig uit de kraan komt en ze niet meer naar de pomp hoeft te lopen. ‘En als ik op een knopje druk, gaat het licht zomaar aan!’ Juffrouw Snip was oud, dat begrijp je wel. Ze was al zo oud dat niemand meer haar voornaam kende. Maar ze genoot nog altijd van een kroketje. Met pindasaus vond ze ‘m nog lekkerder. De krant las ze elke ochtend van begin tot eind. Soms, als ze met haar rollator over straat wandelde, keek iemand meewarig naar de stokoude vrouw. Meestal zag juffrouw Snip dat niet, doordat ze nogal bijziend was. Maar als ze het wel zag, dan keek ze je met priemende ogen aan en zei: ‘Ik kan dan wel met een rollator lopen, maar mijn geest loopt er niet mee.’