
Het eiland van geluk

De gelukszoeker bereikte de kust. Vroeg in de ochtend ging hij het duin op. In het licht van de opgaande zon verscheen er een roodgouden eiland op het oppervlak van de zee. Terwijl de zon hoger klom werd het eiland langzaam goudgeel en goudwit. Terwijl de zon onderging werd het weer goudrood en verdween uit zicht toen de zon was verdwenen. De gelukszoeker dacht: als het geluk ergens te vinden is, dan op dat wonderlijke eiland van goud dat daar schittert in het water. De volgende dag voer hij in de richting van het eiland. Hoe ver hij ook ging, hij slaagde er niet in het eiland te bereiken. De gelukszoeker keerde terug. Hij weet nu dat je het eiland van geluk niet bereiken kunt. Maar je kunt er wel naar kijken. Sindsdien beklimt de gelukzoeker elke dag het duin en voelt zich dan toch even gelukkig.