
Een koud hart

De tovenaar had nog nooit één fout gemaakt. Een vakman. Tientallen tovenaarsleerlingen hadden van hem de fijne kneepjes van het vak geleerd. Maar op een kwade dag maakte hij een fout met de gemalen blaadjes van het sneeuwklokje. Als gevolg daarvan bevroor zijn hart. Het lukte de arme tovenaar niet meer zijn hart te ontdooien.
Hij was eens een vriendelijk man, maar nu was hij verbitterd en boosaardig geworden. Want een bevroren hart maakt iemand kil en koud van binnen.
Op een dag belde er een vrouw aan. De tovenaar ontving haar natuurlijk heel onvriendelijk. Het lag aan zijn bevroren hart. De vrouw vertelde hem dat zij toevallig een middel wist om bevroren harten te ontdooien. Welk middel? Heel eenvoudig: warme herinneringen. ‘Denk maar eens aan iets heel moois van vroeger,’ zei ze. De tovenaar vertelde dat hij lang geleden heel erg verliefd was geweest op Miesje. Zijn ogen begonnen te schitteren. Zijn hart smolt. De vrouw gaf hem een kus en zei: ‘Fijn dat je weer beter bent. En wat ik nog zeggen wilde: ik heet Miesje.’