
De laatste droom

De vrouw lag op bed. Het einde van haar leven was nabij. Een vriendin hield haar hand vast. De vrouw deed nog eenmaal de ogen open. Ze fluisterde: ‘Ik droomde dat ik een vlinder was. Ik voelde mij zo licht en vrij. Jammer dat het maar een droom was.’ De vriendin was even stil en zei toen peinzend: ‘Misschien bén je wel een vlinder, die nu even droomt dat zij een mens is.’ De vrouw glimlachte en sloot de ogen, voorgoed. De glimlach op zijn gezicht bleef en vertelde zonder woorden dat zij in het licht was en vrij.