
De haan neemt zangles

‘Het kan beter.’ Dat dacht de haan niet vaak. Daar was hij te trots voor. Maar soms dacht hij het wel, bijvoorbeeld als hij aan zijn zangstem dacht. Hij vond dat hij fraai kraaide. Maar het kon altijd beter. Vandaar dat hij bij het begin van het nieuwe jaar zangles nam bij de kraai. Sinds dat moment werd het elke ochtend vroeger licht. ‘Zie je wel,’ zei de haan trots, ‘de dag kan niet wachten op mijn prachtige ochtendlied. Mijn stem wordt steeds beter.’ Aan het begin van de zomer vond de haan dat de kraai hem niets meer kon leren. Vanaf dat moment begon de dag steeds later. Hoe fraai de haan ook probeerde te kraaien, het werd naar de winter toe ‘s ochtends steeds later licht. Aan het begin van de winter nam hij daarom weer zangles, nu van de ezel. En zie, vanaf dat moment begon de dag steeds vroeger. ‘Zie je wel,’ zei de haan vol trots, ‘de dag kan weer niet wachten op mijn prachtige ochtendlied. Mijn stem is nog beter dan eerst.’
Ach, het arme beest weet niet beter.